Interview met Rob Dekker

Rob Dekker (64) is directeur bij Woonstichting JOOST. Hoewel Rob is opgegroeid in de Achterhoek en zijn opleiding in Enschede heeft gedaan, is hij in 2008 verhuisd naar Brabant om dichter bij zijn werk bij Woonstichting JOOST in Boxtel te zijn en de band met zijn werk en netwerk beter te onderhouden.

Rob is vader van twee kinderen en opa van drie kleinkinderen waar hij veel bij oppast in zijn vrije tijd. Verder houdt hij van hardlopen, organiseert hij atletiek-evenementen en onderhoudt hij een moestuin waarvan hij de opbrengst deelt met de hele buurt. Daarnaast is hij actief bij verschillende zorgpartijen en atletiekverenigingen, waar hij bestuurlijke functies uitoefent.

In zijn werk heeft Rob altijd de belangen van de huurders en de bewoners behartigt. Hij ziet een woningcorporatie als een soort vakbond voor huurders. De belangen van de gebruikers staan voorop en moet naar geluisterd worden, zodat iedereen een veilig en comfortabel thuis kan hebben.

Wat zag je in Woongewoon om met hen in zee te gaan?

Woonstichting JOOST zet zich in voor bijzondere doelgroepen, zoals mensen met wat minder geld, mensen met een verstandelijke of fysieke beperking, of mensen die gewoon wat meer hulp nodig hebben dan anderen. Naast Woongewoon zet JOOST zich in voor andere organisaties zoals Cello, waar bijzondere doelgroepen gehuisvest worden. Naast de duidelijke overeenkomst in filosofie, kende Rob de initiatiefnemers van Woongewoon: Jan van der Weijden en Jean-Pierre Liebregts persoonlijk. Zij kwamen bij hem met de vraag wat voor mogelijkheden er waren voor Woongewoon binnen Boxtel.

Rob geeft aan dat hij gelooft in ouderinitiatieven, omdat zij ervaringsdeskundigen zijn en daarmee precies weten wat de behoeftes zijn van de doelgroep. Ook zijn ouders natuurlijk altijd op zoek naar de beste oplossingen voor hun kinderen. Daarmee gelooft Rob in de slagingskans van ouderinitiatieven zoals Woongewoon.

Zijn er meer projecten die jullie op deze manier ondersteunen, en hoe wordt er intern gereageerd op het project?

Naast Woongewoon biedt Woonstichting JOOST in Boxtel en omgeving meerdere mogelijkheden voor achtergestelde doelgroepen om zelfstandig te kunnen wonen. Een voorbeeld is woongelegenheden voor jongeren met autisme en jongeren die tussen jeugdinstelling en zelfstandig wonen in staan. Rob: “Woonstichting JOOST bouwt gepaste mogelijkheden waarin iedereen de kans krijgt zich te ontwikkelen op zijn of haar eigen manier.”

Binnen Woonstichting JOOST merkt Rob dat de collega’s trots zijn op de manier waarop het project voor Woongewoon gerealiseerd wordt en de mogelijkheden die geboden worden aan de jongeren en ouders van onze stichting.

In vergelijking met andere projecten, hoe vind je dat dit project is verlopen?

“Er wordt bij een ouderinitiatief meer tijd gestoken in het afstemmen van woonwensen en mogelijkheden dan wanneer we met een professionele organisatie om de tafel zitten. We snappen dat als de ouders van Woongewoon het beste willen voor hun kind, er moet meer gediscussieerd wordt over de mogelijkheden dan bij een standaard project.” Rob geeft aan dat ouders met een andere pet op rond de tafel zitten en meer vanuit hun hart spreken. Dit maakt het project mooier, maar de gesprekken verlopen anders dan bij professionele organisaties.

Hoe ervaar je met terugwerkende kracht de samenwerking tussen de verschillende partijen?

Bij elk project zijn er obstakels, maar voor dit project is er wel bewust gekozen voor partijen die het hart op de goede plek hebben. Zo is er voor Hazenberg Bouw gekozen, enerzijds omdat zij ervaring hebben met het renoveren en verbouwen van monumenten, anderzijds omdat het bij Hazenberg Bouw belangrijk is de belangen van de eindgebruiker te behartigen. Tijdens het proces van het verbouwen van de Pastorie is keer op keer de onuitputtelijke creativiteit en oplossingsgerichtheid van de medewerkers van Hazenberg Bouw en Stichting Woongewoon gebleken. Dit heeft de samenwerking tussen de verschillende partijen veel goed gedaan.

Wat zijn obstakels die je vaak tegenkomt bij dit soort projecten?

De meest voorkomende obstakel waar Rob zich het meeste zorgen over maakt is de zorgstructuur van de eindgebruiker. Ouders in een wooninitiatief zijn altijd  grotendeels afhankelijk van het persoonsgebonden budget van de bewoner. Als de overheid besluit de wetgeving aan te passen, bestaat het risico dat ouders de woonsituatie van hun kinderen niet meer kunnen betalen. Dat zijn risico’s die elk project met zich meebrengt, maar Rob benadrukt dat dit voor hem geen reden is om het daarom maar niet meer te doen. Voor hem is het bieden van kansen en ontwikkelingsmogelijkheden voor kwetsbare doelgroepen belangrijker dan de risico’s die dit soort projecten met zich meebrengen. Ook geeft Rob aan dat hoewel hij misschien geen optimaal vertrouwen heeft in de overheid, hij wel altijd vertrouwen heeft in de kracht en de samenwerking tussen mensen.

Is er nog iets wat je zelf kwijt wil?

“Ik wil alle bewoners van Woongewoon ontzettend veel woonplezier toewensen. Ik hoop dat alle puzzelstukjes op hun plek gaan vallen en een prachtig project tot een goed einde kan worden gebracht.”

Tags: